De Dukdalf is een Montessorischool

Op onze school wordt onderwijs gegeven volgens de Montessorimethode. Een methode die Maria Montessori, een Italiaanse arts, bedacht heeft voor kinderen van 3 t/m 18 jaar. Deze arts, die veel met kinderen werkte, merkte dat kinderen graag allerlei dingen zelf doen en ontdekken. Zij begon materialen te ontwikkelen, waarmee de kinderen zelfstandig konden werken.

Op de Montessorischool krijgen de kinderen over het algemeen individueel onderwijs: de kinderen werken zelfstandig op hun eigen niveau en in hun eigen tempo. Bij dit individuele werken gebruiken de leerlingen speciale Montessori-materialen.

De leerkracht observeert het kind nauwkeurig en kan op deze manier zien, wanneer een kind een 'lesje' nodig heeft. Deze lesjes worden door de leerkracht aan iedereen afzonderlijk gegeven of (bij min of meer gelijk niveau) aan een klein groepje. Door de observaties en door toetsen worden de vorderingen van de leerlingen bijgehouden.

Ook worden regelmatig groepslessen gegeven, vooral bij kosmisch onderwijs (aardrijkskunde, geschiedenis, enz.).

De klassen bestaan uit leerlingen van verschillende leeftijden. Hierdoor kunnen jonge kinderen zien welk werk oudere kinderen doen en worden zo geprikkeld om dat ook te bereiken. De oudere kinderen op hun beurt kunnen de 'kleintjes' helpen. Jongere en oudere kinderen leren zodoende goed met elkaar om te gaan.

De klassen van de onderbouw bestaan uit een 'beginnergroep' , groep 1 en 2. De beginnergroep bestaat uit kinderen die na 1 oktober vier jaar geworden zijn en in het midden van het schooljaar in de klas gekomen zijn. De klassen van de onderbouw starten met ongeveer 16 kinderen per klas, dit aantal groeit tot zo'n 23 kinderen.
De klassen uit de middenbouw worden gevormd door groep 3, 4 en 5 en de bovenbouw uit de groepen 6, 7 en 8. In midden- en bovenbouw zitten gemiddeld 18 kinderen per klas.

Om het leren te bevorderen is er een doorgaande lijn in het lesmateriaal. Dit betekent, dat veel materialen in onder- en middenbouw te vinden zijn en ook in midden- en bovenbouw. Op deze manier kan een kind moeiteloos verder gaan, met waar hij het jaar daarvoor gebleven is. 'Blijven zitten' komt daarom in onze school nagenoeg niet voor. Wel wordt bekeken of een leerling er wel aan toe is om van onder- naar middenbouw te gaan of van midden- naar bovenbouw. Dit gebeurt in de regel in de maanden maart-mei voorafgaande aan de overgang.

Ieder kind heeft in principe de vrijheid om zijn eigen werk te kiezen. De reden hiervan is, dat als een kind interesse en betrokkenheid heeft bij een activiteit, hij de kennis sneller opneemt en beter vasthoudt. Als een klas aan het werk is, zijn de kinderen dus met verschillende 'werkjes' bezig. De leerkracht houdt in een logboek nauwkeurig bij, wat een kind gedaan heeft en hoe de vorderingen zijn en kan zo op tijd ingrijpen. Leerlingen die (nog) niet in staat zijn een eigen werkkeuze te maken worden geholpen door de leerkracht .Drie keer per jaar is er een toetsweek. Op het gebied van rekenen, spelling, lezen en begrijpend lezen worden dan toetsen afgenomen.

In het kort.......

Montessorionderwijs is individualiserend onderwijs. Ieder kind krijgt onderwijs op maat.

Zelf doen, zelf ontdekken en zelf ervaren leiden tot de ontwikkeling van zelfstandigheid en het leren dragen van verantwoordelijkheid.

In het Montessorionderwijs wordt ieder kind in zijn waarde gelaten. Verschillen in aanleg en tempo worden niet genegeerd, maar gerespecteerd: werken en leren op eigen niveau en in eigen tempo.

Vrije keuze van werk (maar: onder toezicht!).

Doorgaande lijn in het lesmateriaal vanaf kleuter tot 12-jarige: zitten blijven komt nagenoeg niet voor.

In de klas zitten kinderen met verschillende leeftijden bij elkaar: de jongsten leren van de ouderen en de oudsten helpen de jongeren.

Respect voor elkaar en elkaars werk.